Ervaringsverhaal Eleonora - Pesten op de Werkvloer
pesten,gepest,werkvloer,werk,pesten op de werkvloer,pesten op het werk
19254
page-template-default,page,page-id-19254,bridge-core-2.6.4,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode-theme-ver-24.9,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-6.5.0,vc_responsive

Ervaringsverhaal Eleonora

Ik moet dit verhaal kwijt, omdat dit een misstand betreft. Scholen moeten zich aan regels houden en mogen medewerkers niet beschadigen…

Een veelbelovende start

Ik werkte vanaf 2010 bij een middelbare school als docent. Ik had het er vier jaar lang naar mijn zin. De sectie zat niet erg gezellig in elkaar, maar ach, ik had leuke collega`s en leuke leerlingen. Het sectiehoofd was erg rigide en star. Hij wilde dat alles bleef, zoals het al jaren liep. Hij was er erg trots op, dat het in zijn lessen zo stil was, dat je er een speld kon horen vallen. Iedereen grapte daarover, maar de leerlingen waren bang voor deze man.  Ik noem deze man verder P.

Innovatie was niet mogelijk, omdat hij altijd het woord over nam en alles beter wist. In mijn eigen lessen maakte ik er met mijn leerlingen zoveel mogelijk van. Leerlingen kwamen graag naar mijn lessen. Ook werd ik mentor wat mij goed af ging. Leuke tijd en ook goed contact met ouders gehad. Ik wist dat ik een geliefde docent was. 
In 2012 haalde ik mijn  tweedegraads bevoegdheid. Ik  twijfelde over het doorgaan met een Masteropleiding, omdat ik wist dat als ik zou stoppen met studeren, ik het later niet meer zou oppakken. Ik was inmiddels 46. Ook keek ik inmiddels wel naar andere scholen waar meer ruimte was voor ontplooiing.
Twee directieleden stimuleerden mij op deze school te blijven en zagen geen bezwaar in het verder studeren. Dat zijn echter mondelinge gesprekken geweest in een veilige sfeer van vertrouwen. Ik zette dus de masteropleiding in. Vanaf dat moment ontstond er voor mij een situatie, die ik de zwartste periode van mijn leven noem, omdat ik nu nog de negatieve effecten ervan met mij meedraag. 

Aan de kant geschoven

De schooldirecteur ging met pensioen en er kwam een nieuwe schooldirecteur. Een jaar later kwam er een nieuwe afdelingsdirecteur voor mijn afdeling, ook wegens pensioen van de afdelingsdirecteur.  In de wisseling van de directies merkte ik dat P. collega’s tegen mij begon op te zetten en mij expliciet buitensloot. Bij een bijeenkomst voor de inrichting van het toets programma, waar ik bij uitgenodigd was, vroeg hij mij recht op de man af wat ik kwam doen. Collega`s hebben dat ook gehoord. Vervolgens ging hij demonstratief met de rug naar mij toe zitten en zijn kennis met anderen delen (hij was goed met PTA; dit is een programma van toetsing en afsluiting). Ook dát hebben collega`s gezien. Na de bijeenkomst zouden wij zelf aan de slag gaan.  P. liep gewoon weg, evenals de andere vak collega. Zonder mij ook uit te nodigen om mee te doen. Iedereen ging zijn eigen PTA maken. Ik bleef achter met de afdelingsdirecteur, die zei dat hij mij wel zou helpen…

Tegen het einde van het schooljaar werden de klassen voor het volgende schooljaar ingedeeld. Ik was blij dat ik HAVO 4 klassen kreeg, omdat uren in de bovenbouw klassen een vereiste is voor de Masteropleiding. Toen de vakantie net begonnen was, kreeg ik een telefoontje en mailtje dat, vanwege medische redenen van de collega P., ik de HAVO 4 klassen niet zou krijgen. P. draaide deze klassen namelijk altijd en een specialist had gezegd dat daar geen verandering in mocht komen.  Er waren twee klassen HAVO 4, dus stelde ik voor om ieder dan één HAVO 4 klas les te geven. Dit werd geweigerd. Ik had bijgevolg geen bovenbouw uren. Ik was zo stom om te zeggen, dat ik mij dat jaar dan wel zou redden. Ik draaide zelfs zware Basis Kader klassen, die veel energie wegsluisden. Deze energie had ik eigenlijk voor de eerstegraads activiteiten nodig.
Bij een  andere collega mocht ik voor de nodige vaardigheden, nodig voor de Master opleiding, zijn klassen delen. Intuïtief voelde ik dat er een vuil spelletje werd gespeeld. P. heeft namelijk helemaal geen bovenbouw bevoegdheid en was niet van plan om de eerstegraads opleiding te gaan doen. Ik merkte dat hij het management ingepakt had.
Ik was erg nerveus en ging verdrietig de vakantie in. Je voelde dat er corrupte dingen gebeurden. Ik begreep ook niet, dat ze niet blij waren met mijn studie. P. had immers geen eerstegraads bevoegdheid, maar werkte al meer dan 30 jaar aan de school en was examen coördinator.
De voorzitter van de MR gaf als tip, dat ik een bestuurslid mijn probleem kon voorleggen. Ik heb deze man een mail gestuurd over de gang van zaken. Hij gaf als reactie terug, dat hij aan de directie het verzoek zou doorgeven om het probleem aan te pakken.
Ik kreeg  daarna ineens een mail van de directeur en de afdelingsdirecteur, dat er geen behoefte was dat ik de eerstegraads opleiding zou doen. Ik vond deze ommezwaai heel vreemd en ik voelde dat de geledingen zich gingen sluiten. Wel werd in dezelfde mail toegegeven dat de sfeer in de sectie niet goed was.

Buitengesloten

Het volgende schooljaar was veel te zwaar. Vooral het verdriet, dat jouw inspanningen voor een  eerstegraads opleiding niet gewenst waren, stak. Er was gelukkig  wel vervanging voor mijn studie uren. Dat was vreemd; er was immers gesteld dat er geen behoefte was aan een eerstegraads opgeleide! Ook was er subsidie voor deze regeling.
In de sectie Duits was de sfeer slecht. P. voerde bij alle vergaderingen het hoogste woord. Wat opviel, was dat, als ik met hem zaken wilde bespreken, hij nooit tijd had. Wel zaten er altijd andere collega’s, ook van Duits, met hem te praten. Deze collega’s gingen vervolgens steeds naarder en arroganter tegen mij doen.
De afdelingsdirecteur zat er ook heel vaak. Ik hoorde er steeds minder bij. De collega, die mijn begeleider was, gedroeg zich negatief. Als ik vakinhoudelijke nieuwigheden met hem wilde bespreken, maakte hij de opleiding belachelijk. 
Een andere vrouwelijk collega, die ook bovenbouw had, keek mij met de nek aan, omdat ik gevraagd had om onder- en bovenbouw eerlijker te verdelen. Ik kon het prima met haar vinden, totdat ik vroeg om bovenbouw klassen. Ik heb aangekaart, dat ik er naar van werd en dat ik gepest werd (namelijk buitensluiten en werk onaangenaam maken).
Er is toen een mediation traject gestart. Alle sectieleden ondertekenden een intentieverklaring, omdat men het er wel mee eens was, dat het niet lekker liep. Een collega Duits had moeite met de gang van zaken en heeft letterlijk tegen mij gezegd: “Ik wil P. niet tegen mij krijgen.”. De mediator had met de sectie een gesprek. De afdelingsdirecteur en directeur zaten erbij. De sfeer was gespannen, maar we gingen met huiswerk uiteen.
Het huiswerk hield in met een bepaalde frequentie kort bij elkaar komen ter bevordering van de communicatie. Wij spraken elkaar namelijk te weinig. Een collega zou een logboek bijhouden, zodat we dat naar een volgende sessie konden meenemen.

In de praktijk veranderde er echter niets. In tegendeel. P. trok steeds meer op met de andere sectieleden Duits en zorgde dat ik nog meer buitenspel kwam te staan.

Van de wal in de sloot

Het jaar daarop kreeg ik een VWO 5 klas. De collega K., bij wie die klas was “weggehaald“, weigerde om mij lesmateriaal te geven en wilde mij niet begeleiden bij mijn stage. Dat moest een andere collega maar doen. Er gebeurden hele nare dingen. Leerlingen van VWO 5 kwamen mij vertellen, dat collega K. hen na mijn les opwachtte en aan hen vroeg wat ze nou eigenlijk bij mij leerden. Leerlingen voelden zich hier ongemakkelijk bij.
De collega P., die heel HAVO 4 en 5 had, en geen bevoegdheid hiervoor heeft, hoefde geen uren met mij te delen. Ik had hierom gevraagd, maar kreeg van de directie te horen, dat er geen HAVO bovenbouwuren naar mij gingen. Hierdoor verslechterde de relatie tussen K. en mij verder, vooral omdat P. zeer veel bovenbouwuren had om te delen, terwijl  K. er veel minder had. De directie vond dat ik maar eens moest stoppen met al die vragen.
Voor mij werd het steeds ingewikkelder om mijn opdrachten voor de Master te doen, omdat alles steeds zo tegengewerkt werd. Om zoveel mogelijk aan de Masteropdrachten te kunnen voldoen, deed ik zelfs oefeningen in de MAVO 3 klas. De leerlingen werkten gelukkig goed mee.
Dit werk werd later door de sectievoorzitter belachelijk gemaakt, waar de klas bij was. Ik weet dat, omdat een leerling mij dat kwam vertellen. Dat ik afgevallen werd door een collega in bijzijn van leerlingen, heeft mij erg pijn gedaan, want het is beroepscode dat niet te doen. Ik heb daar toen wel een punt van gemaakt bij de directie dat dit niet professioneel en beschadigend is. De directie heeft toen een onderzoek ingesteld en kwam tot de conclusie dat ik en de leerling niet de waarheid spraken.

Nooit had er iemand van de sectie Duits tijd, opdrachten van de Master werden belachelijk gemaakt of de sectievoorzitter en collega K. wilden eerst weten, waarvoor de opdracht diende, voordat ik antwoord kon krijgen. Ik had oefenmateriaal nodig. Er mocht niets besteld worden. In plaats daarvan stuurde de sectievoorzitter P. mij naar de winkel om cassettebandjes te kopen (anno 2014-2017?!?), zodat hij het wel voor mij zou opnemen. Dát terwijl hij meerdere kasten op slot had zitten waar het benodigde materiaal gewoon in lag. Zelfs na aandringen bij de directie wat betreft materiaal werd ik steevast weer terug naar sectievoorzitter P. gestuurd. Ook mijn vraag aan de financieel directeur, waar ons sectiebudget aan werd besteed, werd afgeketst. Ik moest het maar aan P. vragen.

Mijn begeleider voor de stage had ook nooit tijd. Andere secties talen hielpen mij zo goed mogelijk wel spontaan vooruit, maar ik moest steeds extra inspanningen verrichten om aan de eisen van de Master te kunnen voldoen. Het missen van materiaal en geïsoleerd worden binnen de sectie Duits, maakte mij strijdlustig om te denken dat ik het allemaal zelf wel via omwegen zou oplossen. Ik legde dus de probleemoplossing bij mijzelf.
Het mediation traject werd op een lager pitje gezet vanwege privéproblemen bij collega K. Het afgesproken huiswerk van de mediator werd dus niet uitgevoerd.  Ook gonsde plotseling het verhaal dat ik zou disfunctioneren. Ouders van een leerling vertelden mij dit tijdens een ouderavond, maar ze wilden niet zeggen van wie ze dat hadden (ons kent ons streek).
Als ik bij de sectievoorzitter wilde praten, had hij nooit tijd… En dit terwijl hij altijd zat te kletsen met andere collega`s en vooral met collega K. Opvallend was dat de afdelingsdirecteur S. ook steeds weer bij hem zat. Mijn lokaal ligt op looproute, maar bij mij kwam hij nooit.
Sectievergaderingen gingen niet door of er werd niet genotuleerd. P. voerde nog steeds altijd het hoogste woord. En wat ik écht opmerkelijk vond, was dat hij zijn vriend de afdelingsdirecteur S. altijd belachelijk zat te maken. Er was nooit belangstelling voor mij en mijn studie.
Zelf bleef ik actief om mijzelf en de school verder te ontwikkelen (eigenlijk zichtbaar blijven). Ik mocht meewerken aan een studiemiddag over vernieuwend werken en hield een workshop. Niemand van mijn sectie Duits had zich daarvoor ingeschreven. Ik had de meeste uren en de moeilijkste klassen, maar ik deed mijn best.

Ik raakte ondertussen aardig uitgeput van het steeds extra strategieën moeten bedenken om alle ballen in de lucht te houden. Parallel daaraan dreigde de school failliet te gaan en ontstond er team-splitsing, waarbij de sectievoorzitter P. en de afdelingsdirecteur S. samenspanden tegen de directeur. De directeur had goede ideeën, maar collega`s, met veel macht op school, ondermijnden samen met de afdelingsdirecteur S. het gezag van de directeur. Ik heb hem er zelfs nog op gewezen dat dit speelde, maar de directeur nam mij niet serieus. Ik denk dat hij al was besmet met het virus dat ik de demon was.

Een carrière in het slob

Ik kon mij stilaan slechter concentreren en was vaak verdrietig. De sfeer op school werd steeds grimmiger en er ontstonden clubjes, die veel over elkaar roddelden en kwaadspraken. De afdelingsdirecteur S. deed daar een schepje bovenop door “lieverdjes” te hebben. Ik werd genegeerd. Collega’s kwamen er ook schaamteloos voor uit, dat ze er voordeel bij hadden het “lieverdje” te zijn en dat ik pech had. Ik hoorde bij geen enkel clubje, maar bleef mijn eigen opvattingen houden. Ik huilde vaak op weg naar mijn werk, omdat ik steeds naar een onveilige plek moest. Ik raakte ook geïrriteerd. Mijn kinderen herkenden mij niet meer en gaven mij op een gegeven moment een verbod om nog over school te praten. Mijn vriend kon het wat beter volhouden mij te blijven steunen.
Tot ik op een gegeven moment toch heb gevraagd om klassen te ruilen, omdat ik het niet meer kon bolwerken.

Ik kreeg toen niet de gehoopte HAVO 4 of 5 klassen voor mijn studie, maar er werd een drukke MAVO 3 klas van mij aan de sectievoorzitter P. gegeven. Daarin zaten leerlingen met gedragsproblemen, die wij niet mochten aanpakken, omdat er geen negatieve praatjes naar buiten mochten (één leerling gooide steeds voorwerpen naar het hoofd van docenten wanneer zij zich omdraaiden naar het bord om iets op te schrijven). Iedere leerling levert 6000 Euro op en hierover praten kan imagoschade naar buiten opleveren en minder nieuwe  aanmeldingen van leerlingen veroorzaken. De sectievoorzitter P. was natuurlijk de held, want hij zou die klas wel aankunnen. En dat klopte, want bij hem moesten ze 50 minuten hun mond houden en hij heeft al het materiaal voor het grijpen.
Ik was inmiddels door het pesten alweer een stukje van mijn goede naam kwijt. Collega’s vonden het wel slecht dat ik tegengewerkt werd in mijn studie, maar durfden niets, omdat onze school inmiddels een slangenkuil geworden was. Ik was ondertussen in behandeling bij een psycholoog gegaan vanwege angst en stress door de onveilige werksfeer.

En toch ging ik steeds meer doen om tegenwicht te bieden en vooral in beeld te blijven. Ik solliciteerde intern op een functie, die ik niet wilde. Ik zorgde dat ik altijd bij de koffie zat, maar alles voelde steeds onwerkelijker. Alleen de bij de directie populaire collega’s voerden overal het hoogste woord. Ik sloot aan bij een innovatiewerkgroep, maar er werd benadrukt dat dat enkel was in het kader van mijn studie (verder willen we niets met jou). Gelukkig ging het meewerken in die innovatiegroep wel goed.
Het gebeurde echter steeds vaker dat op basis van wat de populaire collega’s klikten over andere collega’s, er collega’s via de ziektewet buiten zijn gewerkt. Collega’s, die ordeproblemen kregen (door veel uren moeten lesgeven, niet passende klassen, kwaliteit willen leveren en de moeilijke leerlingen hebben), werden er door de afdelingsdirecteur uitgepikt en de ziektewet ingeduwd. Op die manier regelden een aantal geslepen collega’s voor zichzelf de betere banen. De angstcultuur werd verdoezeld onder het mom van ziekteverzuim. Alles werd bij de aangeslagen docent in kwestie persoonlijk gelegd. Er zijn collega’s, die homogene groepen hebben en daardoor geen ordeproblemen. Een klasje met 12 brave Grieks Latijns leerlingen is heel wat anders dan een MAVO/HAVO klas met 33 leerlingen.

Ook verliepen de gesprekkencycli en beoordelingen niet volgens de wettelijke regels. Ik kreeg een voldoende (beoordeling tijdens re-integratietraject?), maar bij het kopje communicatie kreeg ik de opdracht dat ik daar aan moest werken. Ik heb dit ter kennisgeving aangenomen met de mededeling dat ik daar niet alleen iets aan kon doen, maar dat de mediation moest gaan werken. De mediation vond echter niet plaats. Er was duidelijk sprake van willekeur.

Uitgerangeerd

Op een gegeven moment ging ik onderuit met een ingeklemde zenuw. Ik heb artrose en alle spanning en angst eisten zijn tol. Ik moest een pijnbehandeling ondergaan en werd langere tijd ziek gemeld. Ik had wel aan de bedrijfsarts, al in een eerder stadium, het pesten gemeld. Bij afspraken met de Arboarts zat de afdelingsdirecteur er plotseling bij. De Arboarts was hier ook niet blij mee, maar men wilde een protocol volgen. Hierna heb ik vrienden meegenomen naar de spreekuren van de ARBO arts. Ik ben geïntimideerd door de afdelingsdirecteur S., omdat bij navraag, hij er bij collega’s helemaal niet bij zat. Hier was sprake van met twee maten meten! Ik heb per mail aangegeven dat ik niet meer wenste dat hij er bij zat, maar de toon was alweer gezet.

Ik heb meerdere keren contact gehad met de vakbond over wat te doen. Zij adviseerden mij aan de ene kant zaken te weigeren en aan de andere kant mee te buigen met wat de werkgever wil. Ik heb het protocol van school gevolgd, maar toen ik terecht kwam bij een maatschappelijk werkster, die door de school was ingehuurd om mij te begeleiden, heb ik na twee gesprekken dit verder geweigerd. Het pesten werd ontkend. Ze wilde met mij aan de slag: over de cirkel van invloed en betrokkenheid.
De mediation met alle sectieleden was stop gezet door de afdelingsdirecteur S., omdat hij daar niets meer in zag, terwijl hij nota bene niet ter zake deskundig is. Ik heb zelf een goede behandelaar, waar ik EMDR heb gehad i.v.m. traumaverwerking. Met name niet meer vooruit kunnen en verlamd zijn door verdriet op basis van buitengesloten worden, was hetgeen in mij zat. Mijn psychologe heeft mij geadviseerd niet met de maatschappelijk werkster verder te gaan, omdat het pesten ontkend werd.

Ik moest voortaan alleen naar de mediator tijdens het re-integratieproces. Tijdens mediation moest ik huilen, omdat ik intuïtief aanvoelde, dat ze bezig waren mij verder te isoleren en zelfs naar de slachtbank gingen afvoeren. Eerst was de mediator nog sociaal, maar op een gegeven moment merkte ik dat zij er op aandrong dat ik een andere werkplek moest accepteren. Er was echter niets passends.
De sectievoorzitter  P. zou een stoornis in het autistische spectrum hebben, waardoor verandering op het huidige werk niet mogelijk was. Ik vroeg haar hoe zij aan die informatie kwam. Zij had dit van de afdelingsdirecteur S. Zij zagen mij als de boze fee, die niet uitgenodigd is op het feest, verhaal komt halen en dat de anderen mij niet binnen laten en dat het daardoor erger zou worden. Het pesten werd ontkend. Ik heb daar nogmaals verteld wat er aan de hand is en dat de  afdelingsdirecteur S. en collega P. onder één hoedje spelen.

Ondertussen weer telefoontjes met de vakbond. Ik ben ook meerdere keren bij de vertrouwenspersoon van school geweest. Een innemende man, die ik vertrouwde, maar die uiteindelijk alleen maar de boel wat suste en maar vond dat ik eerst mijn Master moest afronden.
Dat ik kapot was van het tegenwerken en psychisch uitgeput raakte, werd weer niet gehoord. Ik moest mij maar nog even vermannen, terwijl ik  ook nog in een fysiotherapie revalidatie zat na mijn epidurale pijnbehandeling. Het werd steeds afschuwelijker.
Ik werd opgeroepen op school voor een gesprek met de mediator en de afdelingsdirecteur S. De strekking was dat ik na de zomervakantie beter op een andere werkplek kon gaan werken. Daar waren echter geen bovenbouwklassen en mijn onderzoek was lopende. S. zei dat ik niet meer op mijn huidige werkplek mocht blijven en dat hij naar een andere plek zou zoeken voor mij. Toen heb ik gezegd dat dit niet kon, omdat ik het vóór onderzoek voor mijn Masteronderzoek in VWO 4 en VWO 5 op onze school had gedaan en ik dezelfde populatie nodig had voor het vervolg van het onderzoek. Hij beklemtoonde dat dit niet meer kon en dat ik dat maar elders moest doen.
Toen ben ik op mijn strepen gaan staan en heb ik gezegd dat ik de inspectie zou inschakelen als hij mij nog verder tegenwerkt. Dit was het einde van dat gesprek!
Ik heb inderdaad meerdere keren contact gehad met de inspectie voor het onderwijs.

In het schooljaar daarop heb ik in plaats van de gebruikelijke  drie uren Duits VWO 5 maar één uur Duits VWO 5 gehad. Tijdens de re-integratie nota bene! Ze gaven mij weer niet helemaal wat ik nodig had. Nipt genoeg om mijn onderzoek te doen, maar bijzonder onhandig. Ik heb dit maar geaccepteerd om dan tenminste mijn onderzoek te kunnen afronden en heb het met behulp van de goede support van de leerlingen voor elkaar gekregen.
De rest van de uren VWO 5 gingen naar de collega sectievoorzitter Duits P., die daar geen bevoegdheid voor heeft . De bovenbouw HAVO 4 en HAVO 5 werden ook bij hem geplaatst. Ik kreeg daar weer niets van. Het vrat energie. Het veroorzaakt imagoschade, omdat in andere secties er niet zo moeilijk werd gedaan. Het steeds mij proberen een smet te geven, is erg storend. Ik kreeg weer het leeuwendeel onderbouw. VWO 6 werd bij collega Nederlands met een oude bovenbouw bevoegdheid Duits geplaatst, die VWO 6 zou doen, totdat ik klaar zou zijn met de opleiding. Mijn verzoek om ook eens VWO 6 te doen, vanwege examentraining werd niet gehonoreerd. Er werd mij een volgende stap in de ontwikkeling met volwaardige oefening ontzegd. Deze collega zat inmiddels ook vaak bij P. op visite en zag mij ook niet meer staan. Daarnaast werd door de krimp van de school duidelijk, dat hij ook wel wat extra uren bij Duits kon gebruiken.

Ik had tijdens mijn re-integratie veel spanning te verduren, omdat het niet veilig was. Ik durfde hier en daar tegen collega’s het pesten te benoemen. Er werd geluisterd en bevestigd dat er dingen herkenbaar waren, maar vervolgens werd ik toch steeds verder buitengesloten. Dat voel je heel goed!

Ik kreeg op een gegeven moment tijdens een les een vervelende opmerking van een leerling naar mijn hoofd, waarop het voor mij echt genoeg was. Ik ben weggegaan en heb mij even een dag ziek gemeld om bij te komen. Ik kon er niet meer tegen. Hierop kreeg ik de mededeling, dat de afdelingsdirecteur wilde, dat ik pas na de kerst weer zou gaan werken.

Het was kerstvakantie. De bedrijfsarts vond dat ik na de kerstvakantie weer kon werken. Ik vond dat ook prima. Ook ging er een collega met ontslag, waardoor er voor mij kansen lagen om de prettigere klassen te kunnen draaien tijdens mijn afronding van de studie. In de tweede week van de kerstvakantie zag ik plotseling in mijn rooster, dat vrijwel al mijn lessen en klassen waren ingeroosterd bij collega`s. Zowel onder als bovenbouw. Een aardrijkskundedocent, die ook een bevoegdheid Duits had, maar daar nooit les in gaf, had mijn onderbouw 3 samen met een nieuwe docente Nederlands in opleiding (die ook altijd op de thee zat bij P.). De bedrijfsarts belde mij met de mededeling dat hij al langer wist dat mijn werkgever mij niet meer terug wilde hebben. Hij vond dat er een gesprek moest komen met de directie en mij en dat hij het weigerde om iemand, die kan werken, ziek te melden en dat er een probleem lag tussen afdelingsdirecteur S. en mij.

In een gesprek met de directeur en de bedrijfsarts en de afdelingsdirecteur S. werd besloten dat ik met de afdelingsdirecteur alleen moest praten. In een gesprek met S. alleen geeft hij mij plotseling een hand om het goed te maken. Ik accepteer die hand. Hierna krijg ik een urenverdeling te zien, die weer mijn vertrouwde klassen zijn en de prettige klassen van de vertrekkende collega. Maar… ook zegt hij dat ik een coach moet accepteren. Op dat moment vraag ik waarom. Hij zegt dat dit nodig is. Ik vraag waarom. Hij zegt dat hij dit niet kan zeggen, maar er zijn klachten. Ik zeg dat ik die klachten dan graag nog wil horen en zwart op wit krijg. Hij zegt dat hij een coach gaat zoeken.

Ik krijg de klachten niet zwart op wit. Er komt ook geen coach. De eerste dag na de kerstvakantie zijn de collega’s verbaasd dat ik op school ben. Ze zeggen dat er verteld was door afdelingsdirecteur S. dat ik niet meer terug zou komen. De collega’s, die mijn uren zouden inpikken, wisten niet waar ze moeten kijken. Niemand komt naar mij toe om mij te steunen of sorry te zeggen.

Ik werk het schooljaar op zich prettig met de leerlingen uit, maar de achterdocht blijft. Er worden regelmatig conflicten uitgelokt. Zo doe ik de open avond voor de basisschoolleerlingen grotendeels alleen, maar collega’s Duits beweren dat ik er op stond om het alleen te doen en ik niet met ze wil samenwerken.

In de innovatiegroep werk ik goed mee, maar ook daar merk ik dat er is voorgesorteerd en ik er niet meer bij hoor. Collega’s, die eerst aan mijn kant stonden, beweren nu niet te weten dat ik word gepest. Er krijgen “lievelingen” van de directie taken zonder sollicitatieprocedure. Ik zit niet op die taken te wachten, maar door een fusie zijn er wel andere kansen en werkgroepen waar ik aan deel wil nemen. Ik heb mij voor een werkgroep aangemeld en kreeg geen reactie terug. Bij  de tweede keer navraag moest ik nog wachten, werd er gezegd, want ze waren er mee bezig. Na een tijdje verneem ik dat de procedure al afgerond was en ze al mensen hebben. Ik ben niet verwittigd. Ik ben gewoon buitengesloten.

Pas tegen het einde van het schooljaar wil de afdelingsdirecteur toch de coach bij mij in de les hebben. Zonder vooroverleg krijg ik een mail met wie er komt en wanneer. Er is geen moment voor vooroverleg gepland. Ik bel de vakbond, die mij op het hart drukt hier niet in mee te gaan, omdat het buiten een beoordelingscyclus valt en dat zo niet hoort. Ik mail naar de directie dat het anders moet en op een ander tijdstip. Daarnaast ken ik de coach, die zij in hadden geschakeld. Dat is namelijk geen coach, maar iemand die berucht is om in opdracht van management mensen slechte beoordelingen te geven om buiten te kunnen werken.

Een week later hebben ze een andere coach voor mij gevonden. Ik bel deze coach en zij is het helemaal met mij eens dat coaching alleen maar zin heeft als ik er zelf om vraag, het in een cyclus is en dat het in samenspraak met elkaar moet. Zij neemt de opdracht dus niet aan.

Ik hobbel het schooljaar uit. Ik heb nog veel stress. Mijn onderzoek is af, maar mijn allerlaatste loodje van mijn studie is niet af. Er is consequent geprobeerd te voorkomen dat ik de studie normaal kon afronden.

Heft in eigen hand

Ik maak samen met een vertrekkende collega nog een poster voor in een jaarboek voor leerlingen en collega’s.  De sectievoorzitter P. doet niet anders dan schelden over hoe belachelijk die poster is. Deze posters worden bij de laatste schooldag door de vertrekkende collega aangeboden aan de secties. De sectievoorzitter en nog een vertrekkende collega Duits vragen mij niet mee op het podium, maar nemen zelf glunderend de poster in ontvangst.

Bij het verdelen van de lesuren 2018-2019 word ik niet betrokken. Er is achter mijn rug om beslist. Ook werd ik verplicht om de coach te nemen. Ik maak er een punt van dat ik te weinig bovenbouw heb. Bij de sectie economie en Frans is er wel in overleg met alle lesgevende collega’s beslist. Bij Duits weer niet. Ik ben klaar met de willekeur en met het feit dat collega P. de eerstegraads opleiding nog steeds niet doet, maar wel al jaren bovenbouw les geeft. Ik ben klaar met het gepest worden. Ik dien mijn ontslag in augustus 2018, omdat dat de enige garantie is dat het pesten voor mij stopt. Er wordt gezegd dat ik dan niet terug mag komen.

Ik heb mijn ontslag ingediend om te overleven. Na vier jaar getreiter was ik kapot. Nog langer daar blijven had ik niet overleefd. Ik schaam mij er niet meer voor, maar ik heb serieus overwogen niet meer te willen leven. De prijs die ik betaal, is hoog. Ik heb mijn huis moeten verkopen en elders werk moeten zoeken. Ik ben er financieel flink op achteruit gegaan. Ik vertrouw nog maar moeilijk mensen. Juist door te zien hoe het er in mijn huidige werkplekken aan toe gaat, zie ik juist extra hoe vreselijk onveilig de werkplek in Oostburg is geweest en hoe groot het kwaad is, dat men daar aanricht.

Ik kom er zelf wel overheen, maar ik heb wel vrees voor enkele collega’s, die momenteel via pesten en ziektewet worden buiten gewerkt. Ik hoor immers nog steeds verhalen, dat de intimidaties onverminderd doorgaan, ondanks het vertrek van de directeur. De afdelingsdirecteur S. en de pest-collega zitten er nog en gaan gewoon door met hun misselijke strategieën. De werksfeer is slecht. Dat hoor ik van collega’s. Laatst vroeg een collega aan afdelingsdirecteur S. hoe het met iemand gaat, die in de ziektewet zit. Het antwoord was: “Daar wordt aan gewerkt.” De intimidatie gaat gewoon door.

Er is een nieuwe directeur en die heeft ook al kwade dingen gedaan. Het zou mij echt niet verbazen als dit mensenlevens kost.

Het structureel buitengesloten worden. De minachting, die je dagdagelijks voelt, het onrecht wat mij is aangedaan door mij in mijn studie te dwarsbomen, doet zeer. Het onrecht van samenspannen tussen een niet voor de functie bevoegde docent, die ook niet van plan is om een opleiding te doen, en de afdelingsdirecteur kan ik niet verteren. Er is opzet in het spel. Dat is zeker ook uit andere bronnen gebleken, die ik niet mag noemen vanwege beroepsgeheim. Maar reken maar dat het bedrijfsartsen zijn, die uit de school klappen en weten dat de school, waar ik het over heb, een zieke onveilige cultuur kent waarin mensen elkaar schaden.

Deze school heeft miljoenen aan overheidsgeld gekregen om problemen op te lossen. Onder het mom van dat het een krimpregio betreft, wordt er verzwegen dat er op die school geen kwaliteit meer geleverd wordt en mensen werken, die anderen letsel toebrengen. Er is daar gebrek aan kwaliteit. Dat heeft helemaal niets met krimp te maken. Mensen die dat zien, zijn allemaal met ontslag of zitten in de ziektewet.

Ik ben door de inspectie uitgehoord. Toen bleek dat er miljoenen overheidsgeld al toegezegd was en de inspectrice, die mij eerst uithoorde, zei over leerlingen te gaan, was mijn verhaal ineens niet meer interessant.

Ik heb niets gehad aan interne en externe meldingen. Niet bij de Raad van Bestuur, niet bij de vertrouwenspersoon. Zelfs de wethouder hier in de gemeente Sluis ontkent en zegt alleen maar over het gebouw te gaan en niets over de inhoud van het onderwijs te zeggen te hebben.

Ik onderga nu nog een EMDR behandeling, omdat ik elke dag aan het pesten moet denken en ik nachtmerries heb. Ik kan sinds kort pas weer geconcentreerd lezen.

Ik moet dit verhaal kwijt, omdat dit een misstand betreft. Scholen moeten zich aan regels houden en mogen medewerkers niet beschadigen!