10 feb De ziekmelding
Saskia (50, 2 kinderen) werkt parttime in de gehandicaptenzorg bij een organisatie waar ze veel mogelijkheden kreeg en een leuke functie voor zichzelf heeft gecreëerd. Totdat ze gingen reorganiseren.
Er verdwijnen door de reorganisatie van het bedrijf enkele honderden fte. Twee van mijn collega’s en mijn leidinggevende worden aangezegd en vertrekken nagenoeg tegelijkertijd. Ik blijf achter met een collega, Wilma, die veel sturing nodig heeft en die erg op mij leunt. Daarnaast krijgen wij een nieuwe leidinggevende, Renée, uit een andere regio.
De enorme veranderingen in het team en de rest van bedrijf komen hard aan. Niets is meer zoals het was en het is volledig onduidelijk wie welke taak op zich zou moeten nemen. Steeds weer komen er berichten over personeelsleden die ontslagen worden. Vaak zijn dit mensen die ons al jaren ondersteunen en waar wij op zijn gaan bouwen. Elk bericht raakt mij ook. Ik leef mee met degenen die ontslagen zijn en voel een leegte ontstaan.
De basis die ik nodig heb om mijn werk goed te kunnen doen is volledig weggeslagen. Er moet nu een nieuwe basis worden gelegd, maar hoe?
Mijn collega en ik krijgen het erg druk nu alle cliënten door ons tweeën begeleid moeten worden. Ik maak hiervoor een rooster waarmee we voorlopig vooruit kunnen. Ondanks dat rooster is er teveel werk voor ons tweeën en kunnen we cliënten niet altijd de zorg geven die zij nodig hebben. Dat is voor mij heel frustrerend. Ik wil cliënten graag goed begeleiden. Daarnaast gaan cliënten steeds meer vragen over de begeleiding en zijn niet altijd meer tevreden. De onrust die de reorganisatie bij cliënten veroorzaakt, maakt de begeleiding moeilijker. Veel gesprekken gaan over vragen en onzekerheden waar cliënten mee lopen. De eigenlijke begeleiding komt hierdoor in de knel.
We gaan ervan uit dat we over enkele maanden meer ruimte krijgen, doordat sommige cliënten naar andere organisaties overgaan.
Renée heeft het erg druk met een groot aantal locaties, waarvan de meeste totaal nieuw voor haar zijn. Ik zie of hoor zelden wat van haar. Zij beantwoordt zelden mails of sms en neemt haar telefoon niet op. Belangrijke vragen m.b.t. de begeleiding van cliënten worden niet beantwoord.
Eenzaamheid
Als ik op een middag een moeilijk en emotioneel gesprek heb met een cliënt, wil ik met mijn leidinggevende bespreken hoe het gesprek is verlopen, maar zij is niet bereikbaar. Op een mail die ik haar stuur met het verhaal er in komt geen antwoord. Ik voel me zo eenzaam en niet gezien.
In de weken na dit voorval groeit het gevoel van eenzaamheid. Ik kan vragen van cliënten over de reorganisatie nog steeds niet beantwoorden en heb het gevoel dat ik hen in de steek laat. De basis die ik nodig heb om mijn werk goed te kunnen doen, kan ik niet opbouwen door een gebrek aan informatie over de reorganisatie. Dit alles maakt dat ik uiteindelijk niet meer verder kan.
Ik stuur mijn leidinggevende een mail waarin me ziek meld. Ik leg haar uit hoe eenzaam ik me voel, dat ik zonder goede communicatie niet kan functioneren en dat ik meer informatie nodig heb over de reorganisatie. “Er moet echt iets veranderen, geef ik aan.”
De werkdruk in combinatie met het gevoel overal alleen voor te staan, is me teveel geworden. Ik heb last van enorme hoofdpijnen, een chaotisch gevoel in mijn hoofd, druk om mijn hoofd, concentratieproblemen en heb nog heel weinig geduld. Renée belt me een dag later op en lijkt niet te begrijpen wat ik nodig heb om weer aan de slag te kunnen. Ze vertelt me dat er echt niets gaat veranderen en dat ik het moet doen met deze manier van werken. Zij belooft mij een afspraak te maken met de bedrijfsarts, maar vraagt daarvoor wat geduld.
Ik voel me niet begrepen en maak mij zorgen over mijn collega die nu alle cliënten alleen moet begeleiden, omdat er geen vervanging word geregeld. Dat maakt dat ik me ook nog schuldig voel naar Wilma.
Geen reacties
Ik probeer een maand later telefonisch contact te krijgen met Renée, omdat ik nog niets gehoord heb van haar of de bedrijfsarts. Ze neemt niet op en belt niet terug.
Een week later komt er wel een brief van mijn werkgever met daarin de aankondiging van een nieuwe ontslagronde. Personen die worden aangezegd worden op een vooraf bepaald tijdstip gebeld door hun leidinggevende. Personen die niet worden aangezegd, krijgen diezelfde dag een mail met daarin welke collega’s zijn aangezegd.
Ik ben er de bewuste dag toch mee bezig merk ik, ook al wil ik er niet de hele dag aan denken. Steeds als de telefoon gaat, schrik ik op en ik kijk zo ongeveer elk kwartier op mijn mail. Ik word niet gebeld en krijg geen mail. Van Wilma hoor ik een dag later dat wij geen mail hebben gekregen omdat Renée geen tijd meer had om ons een mail te sturen. Als ik hierover met Renée probeer te bellen, wordt er niet opgenomen. Ik spreek haar voicemail in met de vraag om mij terug te bellen maar ze belt niet terug.
Ik ben erg boos over deze manier van omgaan met mij en Wilma. Het geeft mij het gevoel dat we er niet toe doen en het niet waard zijn om zelfs een momentje tijd aan te besteden.
Als ik Renée een dag later probeer te bellen om met haar over deze situatie te praten, neemt ze niet op. Ik spreek de voicemail in met het verzoek mij terug te bellen. Renée laat niets meer van zich horen.
Ik stuur Renée een week later een mail met vragen om duidelijkheid met betrekking tot mijn werk en een verzoek om een bedrijfsarts te spreken. Hierop komt wederom geen antwoord.