11 jan Trucjes ten nadele van de werknemer
Tussendoor even een bijzonder “weetje”. Als je 2 jaar ziek bent en geen 3e ziektejaar krijgt van het UWV, stopt voor je werkgever de loondoorbetalingsverplichting. Niemand verplicht ze echter ontslag aan te vragen. Sinds 2015 is er een nieuwe trend onder werkgevers die hun personeel “wegpesten”. Zij vragen geen ontslag aan na 104 weken en zijn dan niet verplicht om een transitievergoeding te betalen, je kunt geen billijke vergoeding eisen bij de kantonrechter en je krijgt geen vakantiedagen en leeftijdsdagen uitbetaald.
De werkgever houdt de werknemer slapend in dienst. Volgens de minister is het niet fatsoenlijk dat dit gebeurt, lees onderstaande artikel uit de Volkskrant.
Minister Asscher (SZW) zegt in de Volkskrant dat hij een sluimerend dienstverband niet vindt stroken met ‘fatsoenlijk werkgeverschap’. Een andere behandeling van arbeidsongeschikten zou zelfs in strijd zijn met Europese regelgeving en de Wet gelijke behandeling. Een arbeidsongeschikte werknemer heeft de transitievergoeding volgens de minister nodig om alsnog een nieuwe baan te vinden.
Uit de jurisprudentie hierover blijkt dat het creëren van een slapend dienstverband gewoon is toegestaan en dat het niet noodzakelijk is om de werknemer te ontslaan.
Kortom, deze truc is alweer in het nadeel van de zieke werknemer en in het voordeel van Werkgevers.
Er kleven echter ook voordelen voor de werknemer aan het niet ontslagen worden. De werknemer kan bij herstel altijd terugkeren naar zijn werkgever. De werkgever moet dan ontslag aanvragen via de kantonrechter wat aanzienlijk lastiger is. De werkgever speculeert erop dat dit niet zal gebeuren bij werknemers die ziek zijn geworden als gevolg van pesterijen/arbeidsconflicten.
Geen ontslag aanvragen
Aangezien mijn werkgever zich al 2 jaar niet heel fatsoenlijk heeft gedragen, vraagt ook mijn werkgever geen ontslag aan.
Mijn werkgever is nu wel nog verplicht om mijn re-integratie te bekostigen, maar geeft bij het re-integratiebureau dat mij begeleidde aan, dat er geen behoefte meer is aan begeleiding van mijn re-integratie. Mijn werkgever houdt zich daarmee voor de zoveelste keer niet aan de wet.
Bezwaar schrijven
Arnold en ik gaan aan de slag met het schrijven van het bezwaar. Een lange en zware taak. Maar samen slaan we ons er doorheen. Ik ben zo blij dat ik dit niet helemaal alleen hoef te doen en iemand heb die me wil steunen in dit proces.
Tijdens de periode waarin we het bezwaar schrijven stuiteren de emoties door me heen. De boosheid, ongeloof, verdriet en vooral onmacht. Het gevoel dat je als werknemer in Nederland dus echt niets waard bent.
Als ik de envelop met het bezwaar erin aflever op het postkantoor, wordt ik heel emotioneel. Ik kan wel huilen van opluchting dat het af is.