24 feb Terug naar werk
Saskia (50, 2 kinderen) werkt parttime in de gehandicaptenzorg bij een organisatie waar ze veel mogelijkheden kreeg en een leuke functie voor zichzelf heeft gecreëerd. Dankzij een reorganisatie is de werkdruk zo hoog geworden dat ze zich ziek heeft moeten melden. Haar nieuwe manager, Renée, laat niets van zich horen ondanks een eerder gesprek.
Aangezien ook Renée een mens is, heeft zij twee afspraken op een dag gemaakt, waardoor het volgende gesprek niet door kan gaan op het afgesproken tijdstip. Ook mijn re-integratie kan niet op die dag besproken worden. Renée stelt in een mail voor om het volgende gesprek te combineren met een gesprek met een ander team om tijd te besparen. Wilma, mijn collega, vertelt mij dat het andere team het niet prettig vindt om de gesprekken te combineren en dat zij er zelf ook niet achter kan staan. Ik kan het daar mee eens zijn, want beide teams hebben totaal andere zaken te bespreken. Daarbij merk ik steeds meer dat ik het moeilijk vind om me te concentreren als er meer mensen in een ruimte zijn.
Ik beantwoord namens Wilma en mij de mail van Renée met bovenstaande punten en vraag om een gesprek met alleen ons team. Op mijn mail komt geen antwoord.
Ik ben iemand die altijd op zoek is naar oplossingen. Ik wil dolgraag weer werken, maar heb wel een basis nodig waarmee ik kan starten. Aangezien Renée geen aanstalten maakt om met een plan te komen, ga ik zelf aan het werk. Ik schrijf in overleg met Wilma een plan om de komende maanden door te komen en weer een duidelijk doel te hebben. Ik hoop op die manier weer wat duidelijkheid te krijgen en te kunnen gaan werken. Het plan mail ik naar Renée. Maar Renée geeft hierop geen antwoord.
Roger
Vandaag tijdens de afwas moest ik plotseling denken aan Roger. Roger is de cliënt die ik weer ga begeleiden na het gesprek met Renée en Wilma, omdat er geen vervanger meer voor hem is.
Roger is 25 jaar, verstandelijk beperkt, slechtziend en heeft gedragsproblemen. Als ik hem voor het eerst leer kennen, werkt hij nog op een sociale werkplaats. Maar daar heeft hij het absoluut niet naar zijn zin, waardoor hij zich vaak ziek meldt. Gesprekken met zijn leidinggevenden op de werkvloer leveren eigenlijk geen echte oplossingen op. Roger en ik overleggen over zijn situatie en komen tot de conclusie dat we op zoek gaan naar een andere dagbesteding.
Andere dagbesteding is niet makkelijk te vinden met de handicaps die Roger heeft. Maar uiteindelijk komen we via een familielid in contact met een klein kantoor waar Roger in de ochtend wat hand- en spandiensten kan gaan vervullen.
Roger is zo trots als een pauw. Hoewel hij het heel moeilijk vindt om naar een nieuwe werkplek te gaan, doet hij heel erg zijn best om snel ingewerkt te worden. Er moeten wel wat aanpassingen gedaan worden om hem veilig te kunnen laten werken. Alle personeelsleden krijgen informatie over de manier waarop zij Roger het beste kunnen benaderen. Wat kan Roger wel en wat kan hij niet. Maar alles loopt voorspoedig en al na enkele weken kan Roger heel veel taken overnemen van het personeel. Hij zet koffie en thee, maakt kopieën en Roger brengt van alles rond op de afdelingen. Het is geweldig om te zien hoe Roger groeit in de jaren dat ik hem begeleid. Hij loopt zonder stok door het pand alsof hij er al zijn hele leven werkt en weet beter hoe het kopieerapparaat werkt dan ik.
Een van de dingen waar Roger op staat, is dat de messen en vorken met de scherpe kant naar beneden in de afwasmachine gezet worden. Als de scherpe kant naar boven wijzen, kan Roger zich daaraan bezeren. Roger kan hier altijd heel boos om worden en haalt dan de afwasmachine gewoon niet leeg.
Als ik weer met Roger aan het werk ga, nadat ik ziek ben geworden, is ook de situatie van Roger veranderd. Het kantoor heeft al enkele maanden geleden besloten dat er een nieuw stuk aan het pand moet worden gebouwd. Roger is hier steeds heel onrustig over en wordt onzekerder over zijn eigen kunnen. Het kost veel moeite om hem ervan te overtuigen dat hij echt alles heel goed doet en dat hij zich nergens zorgen over hoeft te maken.
Veranderingen
Ik werk na mijn terugkomst 3 weken in goede harmonie met Roger. Hij lijkt zich neer te leggen bij de verbouwing. In de 4e week beginnen de eerste verschuivingen in het gebouw en dan gaat het mis. Roger wordt enorm onrustig en boos. Hij wil niet meer met mij praten en loopt steeds uit een gesprek weg. Ik ben nog niet helemaal hersteld en mijn geduld is nog niet wat het voorheen was. Ik besluit uiteindelijk de werkdag eerder te stoppen om een escalatie te voorkomen.
Ik ben erg moe en verdrietig. Roger is voor mij een bijzonder voorbeeld van iemand die ondanks zijn beperkingen erg ver kan komen. Dat schept ook een band. Daarnaast heb ik altijd het beste voor met mijn cliënt. Deze situatie vind ik niet prettig. Ik bel onderweg de mentor van Roger om door te geven wat er is gebeurd. We praten wat en hij belooft met Roger te gaan praten.
Daarna bel ik Renée om haar van het gebeurde op de hoogte te brengen. Ik vind het altijd prettig als mijn leidinggevende zo snel mogelijk op de hoogte is van dit soort situaties, zodat zij niet voor een verrassing komt te staan als een belangenbehartiger haar belt. Daarnaast wil ik ook mijn verhaal even kwijt kunnen.
Nieuwe ziekmelding
Renée blijkt ziek te zijn en ik weet niet of zij al beter is, dus ga ik op zoek binnen het bedrijf naar iemand die haar vervangt. Na enkele keren doorgeschakeld te zijn, kom ik bij een HR dame terecht: Coby. Coby luistert even kort naar mijn verhaal. Daarna vraagt ze wie mijn leidinggevende is. Dan blijkt dat Renée bij haar zit in een gesprek. Coby belooft dat Renée mij direct na het gesprek terugbelt op mijn privé-telefoon.
Die avond ben ik nog niet gebeld en zie ik op mijn werktelefoon dat Renée mij pas na 7,5 uur heeft teruggebeld. Ik ben enorm boos over deze gang van zaken en voel me niet serieus genomen.
Als ik Renée de volgende dag eindelijk te spreken krijg, uit ik mijn ongenoegen en geef aan dat ik me weer 100 % ziek meld, omdat dit mij weer een stuk terug heeft geworpen in mijn herstel. Renée reageert verbaasd. Ze snapt duidelijk niet wat er mis is en wat ik nodig heb om goed te kunnen re-integreren. Ik stel voor om een 3e persoon te vragen ons te helpen bij de communicatie. De communicatie loopt duidelijk niet goed en wij komen er met elkaar op deze manier niet uit. Renée geeft aan dat de communicatie inderdaad niet goed verloopt, maar gaat niet in op mijn voorstel.
Renée vraagt trouwens niet naar de vervelende situatie met Roger. Als ik erover begin, negeert ze mijn verhaal.